SV | Hoort dit woord, dat Ik over ulieden ophef, een klaaglied, o huis Israels! |
WLC | שִׁמְע֞וּ אֶת־הַדָּבָ֣ר הַזֶּ֗ה אֲשֶׁ֨ר אָנֹכִ֜י נֹשֵׂ֧א עֲלֵיכֶ֛ם קִינָ֖ה בֵּ֥ית יִשְׂרָאֵֽל׃ |
Trans. | šimə‘û ’eṯ-hadāḇār hazzeh ’ăšer ’ānōḵî nōśē’ ‘ălêḵem qînâ bêṯ yiśərā’ēl: |
A | 1-3 | Een beschrijving van een zeker oordeel |
B | 4-6 | Een oproep tot individueel berouw |
C | 7 | Een beschuldiging van wettige onrechtvaardigheid |
D | 8-9 | Een afbeelding van de soevereine HEERE |
C' | 10-13 | Een beschuldiging van wettig onrecht |
B' | 14-15 | Een oproep tot individuele bekering |
A' | 16-17 | Een beschrijving van een zeker oordeel |
Hoort dit woord, dat Ik over ulieden ophef, een klaaglied, o huis Israëls!
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
Hoort dit woord, dat Ik over ulieden ophef, een klaaglied, o huis Israëls!
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!